Ventoux
‘Je hebt je benen geschoren, Tuur.’ Ik hijgde.
‘Ja natuurlijk. Goed voor de moraal. Moet je die tabak op je benen zien, man. Geen gezicht, daar blokkeer je van.’ Het leek wel of hij het wielerwoordenboek uit zijn kop had geleerd.
Naarmate we hoger kwamen, werd het stiller, tot er geen enkel geluid meer tot me doordrong. Ik zag mezelf omhoog trappen, alsof ik naar het beeld keek van een camera die naast me reed. Ik keek naar mijn voorwiel en meende een slag te zien. Even later was die weer verdwenen.
‘Tom Simpson, wereldkampioen. Ik heb net nog even gecontroleerd of er in dit café op enigerlei wijze wordt gerefereerd aan de dramatische gebeurtenissen, maar dat is helaas niet het geval. Bar de l’Observatoire is in handen gevallen van een stelletje barbaren die een sjaal van Olympique Marseille boven de bar belangrijker vinden dan een portret van de grote gestorven wielerheld.’
Dit schrijft Bert Wagendorp in zijn roman Ventoux. Mooi.
Ventoux was boek van de maand bij DWDD, en kreeg vier sterren in NRC en de Volkskrant. Volkomen terecht. Het is een schitterend boek. Een mooi verhaal, prachtig opgeschreven. Een mannenboek, dat wel.
Gaat het boek over wielrennen? Nee. Nou ja, een beetje. Wel gaat het over fietsen. Maar vooral over vriendschap. Over de vriendschap tussen vijf mannen en een (mooie) vrouw. Dat kan niet goed gaan natuurlijk. En dat gaat het ook niet. Eén van hen komt om het leven in de afdaling van de Mont Ventoux.
Het verhaal draait om de achtergronden van dat fatale ongeluk. Of was het geen ongeluk? Het verhaal is mooi, en de roman is fraai geconstrueerd met allerlei sprongen in de tijd, zonder dat je als lezer de kluts kwijt raakt. Eenmaal begonnen aan het boek, kon ik het niet meer wegleggen. Ik heb het in één ruk uitgelezen. En dat overkomt me toch zelden. Ik moest weten hoe het zou aflopen.
In die afloop zit hem evenwel de enige zwakte van het boek. Het boek is namelijk begonnen als een scenario voor een film. De laatste wendingen van het verhaal zijn voor een film misschien prima, maar voor een roman wat te gekunsteld. Of laat ik het zo zeggen: ik vond de ontknoping van het boek wat teveel van het goede. En de ‘epiloog’ ronduit overbodig. Kwestie van smaak.
De kracht van het boek zit hem wat mij betreft in de scherpe dialogen, de mooie observaties en de prachtige zinnen. Lezen dus, dat boek. Op de camping. In Bédoin of elders.
Ik heb niet je hele tekst gelezen, want ik wil het boek zelf ook nog kopen. Ik zal je t.z.t. laten weten wat ik er van vond 😉