Fietslandschappen 10: Duinen
Als je zoals ik in Den Haag woont, ben je als fietser enigszins beperkt. De helft van je potentiële actieradius bestaat immers uit zee. Maar langs die zee kun je prachtig door de duinen fietsen. Bijvoorbeeld tussen Scheveningen en Katwijk, door Meijendel en Hollands Duin. En verder noordwaarts, door de Coepelduynen naar Noordwijk, en dan langs Noordwijkerhout naar Zandvoort en Bloemendaal. Even over het Kopje, en dan weer terug.
Dit is altijd een enerverend tochtje. En wel om twee redenen. Ten eerste vanwege de afwisseling tussen de ultieme schoonheid van de duinen – in welk jaargetijde dan ook – en de hartverscheurende lelijkheid van Scheveningen, Katwijk, Noordwijk en Zandvoort.
Ten tweede vanwege de mogelijke drukte op het populaire duinfietspad. Hier ontmoeten de werelden van wandelaars (eventueel met honden of kinderen), recreatieve fietsers en sportieve fietsers elkaar. Die zijn incompatibel. Bovendien ontnemen de drukte en het permanente gevaar die deze met zich meebrengt het zicht op en het genieten van het golvende, lichtbruin-donkergroene duinlandschap. Een doordachte planning is hier dus op zijn plaats. Ik fiets bij voorkeur ’s ochtends vroeg, ’s avonds, of op mijn vrije maandagochtend door de duinen. Dan is er bijna niemand. En in de herfst en de winter is het hier altijd rustig.
Mijn favoriete stuk duinpad is, terugrijdend vanuit Katwijk, de laatste anderhalve kilometer voor de Wassenaarse Slag, tussen Paviljoen De Duinen en Hotel-restaurant Duinoord. Daar waan je je in het buitenland. Het uitzicht op de top van de col. Nou ja, bij wijze van spreken dan.
Vervolgens terugstampen door Meijendel, langs de mooie oude watertoren, en dan – zoveel mogelijk verkeerslichten vermijdend – door de drukke stad naar huis.
P.S. Het fietspad door de duinen volgt Landelijke Fietsroute LF1, tussen Den Helder en Sluis. Ruim 300 kilometer. Fiets hem vanaf Sluis. Windje mee. Prachtig.
(Verschenen in Geografie, 26/2, februari 2017)