Fietslandschappen 20: Maremma
Bij ons thuis zijn we dol op Toscane. Het eten, de mensen, de taal, het klimaat, de steden, het landschap. Ach, wie houdt er nou niet van Toscane?
Een wat vergeten stukje is de Maremma, de kuststreek in het zuidwesten van Toscane. Oorspronkelijk was de Maremma een wat treurige streek. In de moerassen en lagunes langs de kust kwam veelvuldig malaria voor. Het was een dunbevolkte streek van veeboeren en er waren nauwelijks steden van enige betekenis. Heel on-Toscaans eigenlijk.
In de fascistische jaren 30 van de vorige eeuw werden de meeste moerassen drooggelegd en gecultiveerd en langzaam nam het aantal inwoners toe.
Inmiddels is de Maremma een onder Toscanen populaire vakantiebestemming. Vele stedelingen uit Firenze en Siena hebben er een vakantieappartement of een vaste campingstandplaats in een van de vele badplaatsjes. Wie op zoek is naar het typisch Italiaanse strand- en vakantieleven, moet in Follonica of Marina di Grosseto zijn. Nauwelijks een buitenlandse toerist te bekennen.
In de Maremma kun je ook prachtig fietsen. Je kunt kiezen voor een rustig vlak ritje parallel aan de kust, door de landerijen, langs de overgebleven moerassen en door de bossen die worden bevolkt door luidruchtige krekels. Maar je kunt er ook klimmen, landinwaarts, langs wijn- en olijfgaarden, of de Monte Argentario op. De monte ligt op het gelijknamige voormalige eiland dat in de 18e eeuw door een geleidelijke verzanding van twee landtongen aan het vasteland van Toscane vastgroeide.
De donkergroen beboste Monte Argentario is 635 meter hoog. Tot hoe hoog de weg voert, is onduidelijk, al verwacht ik helemaal naar boven te kunnen fietsen. Daar staan immers allemaal zendmasten. Wat daar verder te zien is, geen idee.
Het asfalt is onberispelijk, maar de klim is ongelijkmatig, en een goed ritme vinden is niet gemakkelijk. De top komt steeds dichterbij, de zendmasten liggen voor het grijpen. Dan een wit rond bord met een rode rand: verboden in te rijden. Maar de weg gaat verder omhoog, dus ik fiets door. Het mooie asfalt is echter verdwenen. Scheuren, gaten en veel losliggende stenen en takken. Dan gaat de weg onheilspellend omhoog. Ik kijk op mijn fietscomputer: 23%! Ik zit inmiddels op 600 meter hoogte en ben bijna bij de zendmasten, dus lang kan dit niet duren. Een bocht naar links en dan eindigt ‘de muur’ opeens bij een hoog hek. Militair terrein. Hijgend en zwetend stap ik af en zet mijn fiets tegen het hek. Daarachter staat een gebouw. Er staat een auto naast. Een hond begint te blaffen, maar is nergens te zien. Het blaffen stopt. Geen mens te zien. Stilte. Een onheilspellende plek. Tussen de bomen door heb ik een mooi uitzicht over het stadje Orbetello, ooit een burcht in de lagune, en het vasteland in de verte. Maar van een 360 graden uitzicht over land en zee is geen sprake. Jammer.