Wandelen met Frank 4: Kreunen op de Krn
Moeten we daar naar toe?
Ik kijk omhoog en zie in de verte wat mensen op een kale top. Ik kijk op mijn hoogtemeter: nog 500 hoogtemeters te gaan, dus het zou best wel eens kunnen dat dat de top van de Krn is. De moed zinkt me in de bergschoenen.
We zijn op vakantie in Slovenië en wandelen met zijn veertienen (zes ouders, acht kinderen) vier dagen lang van berghut naar berghut in het Triglav Nationaal Park. De eerste dag is meteen het zwaarst. We starten in Lepena, op 700 meter hoogte, lopen vervolgens naar berghut Planinski dom pri Krnskih jezerih op bijna 1400 meter hoogte, laten daar wat van onze bagage en manschappen achter en zetten vervolgens met zijn negenen koers naar de top van de Krn, op 2245 meter hoogte.
Wandelen in de bergen is heel wat anders dan fietsen in de bergen. Conditioneel is het al lopend stijgen en klimmen prima te doen, zeker zo vlak na een week fietsen in de Franse Alpen, maar fysiek is het veel belastender. Vooral mijn bovenbeenspieren hebben het zwaar te verduren. Daarnaast is het vanwege de vele losse stenen en keien en de ongelijke bodem belastend voor mijn enkels en voetzolen. Stijgen over losliggend gesteente is bovendien zwaar en inefficiënt, aangezien een deel van je spierkracht en energie niet in hoogte wordt omgezet, maar in het naar beneden wegduwen van de keien. Het zorgvuldig kiezen van het ideale pad – waar zet ik mijn voeten de komende passen neer? – vergt tenslotte veel concentratie en is daardoor mentaal belastend en vermoeiend. Die fysieke en mentale belasting geldt zelfs in versterkte mate voor het afdalen. Mijn oude knieën, bovenbeenspieren, enkels en voetzolen vinden dat niet bepaald prettig. Mijn rug? Geen centje pijn, gek genoeg. Ondanks de zware rugzak.
Maar wandelen heeft ook voordelen boven fietsen. Je kunt af en toe eens stilstaan, om je heen kijken en een foto nemen. Als fietser doe je dat niet zo gauw. Nog een verschil met fietsen: als bergwandelaar ben je nog sterker verbonden met de natuur en het woeste landschap. Geen asfalt en overig verkeer dat je aan de menselijke beschaving herinnert.
Het laatste stuk van de klim naar de top van de Krn is steil, lastig en niet ongevaarlijk. Een zekere hoogtevrees maakt zich zelfs via mijn geest meester van mijn benen en enigszins wiebelig en onzeker bereik ik de top. Daar is het uitzicht geweldig. Een ronde metalen plaquette toont met ingegraveerde pijlen waar we op uitkijken. De Triglav bijvoorbeeld, vlakbij, of, veel verder weg en door de wolken nauwelijks te ontwaren, de Grossglockner en de Tre Cime di Lavaredo.
Na onze vierdaagse berghuttentocht weet ik één ding zeker: dit is niet de laatste keer geweest, dit smaakt naar meer. Ondanks al de pijn, ondanks het benodigde herstel.
Maar toch. Toch zit ik liever op de fiets.