Vijf gouden regels voor de gelukkige fietser
Wie wel eens op een racefiets zit, is ze ongetwijfeld wel eens tegengekomen: de strenge regels en voorschriften – de ‘code’ – waaraan de racefietser moet voldoen. Zo is er de Hetiskoers-wielercode, met 25 basisregels en een ontelbaar aantal sub-verordeningen, en er zijn de min of meer gelijkluidende Velominati-regels, met maar liefst 95(!) voorschriften. Zijn ze ironisch bedoeld, of juist streng sektarisch? Geen idee. Van allebei wat, denk ik. Ze voelen niettemin nogal dwingend.
Die wielercode heeft soms wat absurde en zelfs dwangneurotische trekjes. Zo is er de regel dat je je buitenbanden altijd moet monteren met het merk recht boven het ventiel. En ventieldopjes zijn blijkbaar verboden.
Volgens de code zijn ook zadeltasjes verboden. Reservebandjes, gereedschap en een pompje dienen blijkbaar in de achterzakken te worden meegenomen. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke regel niet alleen vanuit praktisch oogpunt onzinnig is, maar ook vanuit gezondheidsoverwegingen discutabel. Want als je bij een onverhoopte valpartij of botsing op je rug terecht komt, kun je vervolgens de rest van je leven in een rolstoel doorbrengen. Of erger, als een plant.
Ook de regels ten aanzien van de kleding zijn streng: zo behoort de broek zwart te zijn, maar zwarte sokken zijn verboden. Ook verboden: het dragen van symbolische truien (een gele trui, een regenboogtrui) en kleding van professionele wielerploegen. De juiste lengte van de sokken schijnt ook zeer nauw omschreven te zijn.
Naarmate ik als fietser ouder word, en daarmee verstandiger en ongevoeliger voor groepsdwang, scheid ik hier de nuttige tips van de onzinnige voorschriften. Uiteindelijk hou ik vijf gouden regels over: vijf gouden regels voor de gelukkige fietser.
1.Wees vriendelijk op de fiets
Wees geen eikel
Fietsers op racefietsen (soms foutief aangeduid als wielrenners, maar dat zijn het niet want ze rijden geen wedstrijden) hebben niet bepaald een positief imago, zeker niet als ze in groepen rijden. Kijk goed in de spiegel en geef toe: dat negatieve imago is niet geheel onterecht. Breed over de weg rijden, inhalen waar dat niet kan, andere fietsers in gevaar brengen, verkeersregels en normale omgangsvormen negerend.
Maar het kan ook anders. Hou rekening met andere weggebruikers, weggebruikers die niet allemaal even handig en snel zijn als jij. De weg is niet van jou alleen.
Koop een bel
Als je ruim 3000 euro voor een fiets kunt betalen, kan er vast nog wel een tientje af voor een fatsoenlijke bel. En kom niet aan met het argument dat een bel overbodig gewicht toevoegt aan je fiets. Ik verwijs je dan graag weer naar de spiegel. Constateer daar dat er veel betere methoden zijn om gewicht te besparen.
Gebruik die bel. Tinkel vrolijk, niet ongeduldig. Gaat men vervolgens niet te snel naar je zin opzij, beschouw dat dan als een nuttige training. Afremmen en weer vol aanzetten. Bedank bij het voorbijgaan de ander vriendelijk voor het ruimte geven. En groet.
Groet
Groeten kan sowieso geen kwaad, dus ook op de fiets. Wie groet doet, groet ontmoet. En zie je een fietser met pech onderweg, vraag of je kunt helpen.
2. Wees vriendelijk voor je fiets
Je fiets is een kostbaar bezit. Onderhoud hem goed. Een schone, kraakloze fiets met soepel draaiende onderdelen is goed voor het moreel en goed voor het humeur. Je fiets is de spiegel van je ziel. Behandel je fiets zoals je zelf bejegend wil worden.
3. Wees vriendelijk voor jezelf
Zorg goed voor jezelf
Verzorg jezelf goed. Eet verstandig, drink verstandig, kleed je verstandig, gebruik zonnebrand- en zitvlakcrème. Prop zo min mogelijk spullen in je achterzakken. Daar heb je nu juist een zadeltasje voor.
Een heerlijk glas bier na afloop van een lange tocht is dik verdiend. Maar weet: morgen moet er opnieuw worden gefietst. Slaap goed.
De wind is je vriend
Stel je doelen en handel daarnaar. Wil jij de Ventoux beklimmen of de Alpe d’Huzes rijden, zorg dat je goed geprepareerd aan de onderneming begint. Train dus, train vaak, train hard, maar train verstandig. Klaag niet over de wind. De wind is je vriend.
En ja, fietsen kost moeite, maar dat maakt het zo leuk. Hoe meer je fietst, hoe beter je conditie, en hoe leuker het wordt. Maar vergis je niet, Greg Lemond zei het al: “It never gets easier, you just go faster.”
Laat je niet gek maken
Stel je doelen, maar ken je beperkingen. Word jij ook zo moedeloos van al die vrienden op Strava die met een gemiddelde van ver boven de 30 km/u hun rondjes rijden? Rondjes die ze dan ook nog titels als ‘Rustig in D1’ meegeven? Vraag jij je ook af hoe jouw Strava-vrienden regelmatig fietsritten van meer dan 150 km en/of meer dan 2000 hoogtemeters maken? Of hoe het toch kan dat je zelfs met windje mee op dat bewuste Strava-segmentje niet harder kan dan 41 km/u, terwijl de ‘KOM’ dat stukje met een gemiddelde van 62 km/u heeft gefietst en jij op de overall-ranglijst slechts op een 1478e plaats staat gerangschikt? Of nog lager? Laat je niet gek maken. Ga gewoon lekker fietsen. En als je al zo nodig de competitie wil aangaan, ga die dan aan met jezelf. Probeer jezelf te verbeteren. De Tour de France of Parijs-Roubaix zul je toch nooit winnen.
En verder: kijk om je heen, in plaats van op je fietscomputer. Geniet.
Trek aan wat lekker zit
Draag prettig zittende, schone, en op de weersomstandigheden afgestemde kleding. Functie gaat boven vorm. Altijd.
Als je extra vertrouwen ontleent aan een zo modieus en strak mogelijke outfit, prima; maar als je een Trek-Segafredo-shirt combineert met een blauwe koersbroek, zwarte kniekousen en een paarse Merida-fiets, ook goed. Wees mijn gast. Waar jij je prettig in voelt.
4. Fiets veilig
Eigenlijk moet deze regel bovenaan staan, al zit die ook in regel 1 en 3 besloten. Fiets veilig voor jezelf, maar ook voor anderen. Fietsen brengt namelijk risico’s met zich mee. Beperk die risico’s tot een minimum. Draag een helm. Houd twee handen aan het stuur, laat je smartphone in je zak. Zorg voor goede banden en goede remmen. Daal behoedzaam en gecontroleerd. Respecteer de verkeersregels. Die zijn er niet voor niets en gelden voor iedereen. Jouw ic-opname is ook mijn ziektekostenverzekeringspremie. Je gezondheid is meer waard dan je pr.
5. Negeer de rest van de ‘wielercode’
Stap op je racefiets en fiets!
Ha Frank, wat bijzonder dat je vanochtend langsfietste. Heel leuk en gezellig. En ook leuk dat ik nu je site kan lezen. Je schrijft mooi, deed je vroeger ook. Ik lees dat je nog steeds Bob den Uyl waardeert. Er staat nog steeds een boek van hem de boekenkast, geschonken door jou.
Fietsen is het fijnste wat er is, toch? Ook al fiets ik een stuk langzamer en met een andere beleving.
Hier een fietsgedicht:
Ik alleen op mijn fiets naast het kanaal
Drie stille boten en verder niets
Muziek uit twee open ramen
Ruik dat het zomer is en fiets
en verder niets
Lieve groet van Liesbeth
Fijn artikeltje!
kGa je volgen 🙂