De kudo-paradox
Twee weken geleden was het prima fietsweer: er stond een zonnetje en nauwelijks wind. Ik ging een rondje fietsen met mijn vriendin, en rustig peddelend kwamen we uit op 80 kilometer. Mijn hartslag kwam nergens boven de 120 en van transpireren was al helemaal geen sprake. Het was een heerlijk maar ook wat bedaard ritje. Niettemin genereerde het fietsritje op Strava een groot aantal kudo’s (goed-gedaan-duimpjes).
Vanochtend fietste ik ook een rondje. Het was koud, er stond windkracht 6 en na een uur begon het te regenen, steeds harder te regenen. Het was bar. Het was boos. Het was heerlijk. En het was zwaar. Het was een uitstekende training voor lichaam en geest. Toch verwacht ik hiervoor slechts een gering aantal kudo’s op Strava te ontvangen.
Het aantal goed-gedaan-duimpjes dat de Strava-fietser incasseert is namelijk niet zo zeer afhankelijk van de geleverde prestatie zelf – het aantal gereden kilometers, het aantal overwonnen hoogtemeters, het aantal ‘bekertjes’ of een hoge gemiddelde snelheid – maar veeleer van de weersomstandigheden. Hoe beter fietsweer, hoe meer fietsers, hoe meer Strava-gebruikers die dag, en daarmee Strava-tijdlijn-scrollers, hoe meer uitgedeelde en daarmee geincasseerde kudo’s. Ik noem dit de kudo-paradox.
Gelukkig leef ik niet van kudo’s.
Vergeet niet de foto’s. Zonder foto betekent altijd minder kudo’s dan met foto. Foto van fiets doet het minder goed dan foto van fietser. Foto van dier (bijvoorbeeld een slak op het fietspad) doet het weer beter dan foto van de fietser.
Kijk ook naar je kudo-populatie. Zit er kudo-politie tussen die alleen kudo’s geeft boven de 100k? Of bij nieuwe route. Of zijn het de reciproci-kudo’s? Jij kudo mij, I kudo you. Dat factort allemaal mee.
Haha, ja, dat factort allemaal mee. Ook het tijdstip van de dag waarop je hebt gefietst. Hoe later, hoe minder kijkers, dus hoe minder kudo’s.