Eerste-dag-angst
Het is nu de achtste keer dat ik met een groep mannen een week de bergen in trek op zoek naar de mooiste cols. Het is dan altijd weer spannend hoe de conditie is, hoe de benen zijn. Rond de zomervakantie waren die prima, al kostte de beklimming van de Col du Grand St. Bernard de nodige moeite.
Die benentest vind uiteraard plaats op de eerste dag. En in de afgelopen jaren was het niet altijd feest op die eerste dag. Een overzicht:
- 2014: Graubünden, Juf. De benen waren redelijk, de klim was prima te doen, maar de afdaling was verschrikkelijk. Beestenweer. Een heftige maiden trip.
- 2015: Dolomieten, Staller Sattel. De benen? Matig. En mijn rug speelde op.
- 2016: Mercantour, Col de Pontis. Steil kreng, heet weer, kort ritje, benen redelijk.
- 2017: Merano, Timmelsjoch. Meteen de Koninginnerit. Schitterend. Benen meer dan redelijk.
- 2018: Savoie, La Plagne. In één woord: verschrikkelijk. De benen, de klim, het oord, alles.
- 2019: Dolomieten, Rondje Sella. Schitterend, schitterend, heerlijk, heerlijk. Goeie benen ook.
- 2020: Allemont, Col du Sarenne. Tot vijf kilometer van de col ging het prima. Daarna ging het licht uit. Kramp.
Wat zal komende zondag brengen? We verblijven in Andermatt en wat mij betreft doen we de Oberalppas en de Lukmanierpas en dan weer terug over de Oberalppas. Ruim 100 kilometer en 2600 hoogtemeter. Moet kunnen.
Het is echter vooral de laatste klim die me angst inboezemt.