Live slow, ride slow
Als sporter ben je altijd in competitie. Met anderen, of met jezelf. Je wilt de ander verslaan, of je eigen prestaties verbeteren. Je wilt als eerste bij het plaatsnaambordje zijn, als eerste boven komen, of je pr op dat ene Strava-segment scherper stellen. Als sporter voer je een continue strijd. Vermoeiend.
Maar het kan ook anders, zo ontdekte ik deze zomer. In 13 etappes fietste ik met mijn vriendin en onze jongste zoon (16) van Aosta naar Siena. Op de gravelbike. Langs bergen, door heuvels, door de Povlakte, door dorpen en steden, over asfalt en strade bianche en over een heuse Apennijnenpas.
Van te voren dacht ik dat we makkelijk met een gemiddelde van 20 kilometer per uur zouden kunnen fietsen, hetgeen een kruissnelheid van 24-25 km/u vereist. De eerste etappe probeerde ik dan ook deze snelheid aan te houden. Dit leidde ertoe dat ik de hele tijd alleen fietste en regelmatig moest wachten. ‘Rij nou eens een beetje door’, was mijn overheersende, maar niet uitgesproken gedachte.
Het was horten en stoten, hollen en stilstaan, tot langzaam het besef indaalde dat mijn lichte ergernis daarover volstrekt misplaatst was. Ik schakelde dus bewust terug en verlegde mijn aandacht van mijn ongeduld naar het landschap om mij heen, want wat was het daar prachtig. Op de klimmetjes reed ik weliswaar mijn eigen tempo, maar ik ging niet voluit, en bleef af en toe wachten – niet alleen op de top, maar ook halverwege. Even een slok water, even een foto nemen. De transformatie van racefietser naar gravelbiker, het was louterend.
Ik heb het altijd wat tegenstrijdig gevonden, maar er bestaan gravel bike wedstrijden. Tegenstrijdig ja, want gravel bikers, dat zijn toch vooral hele relaxte gasten en meiden? Beetje gezellig met elkaar karren door bos, hei, veld en duin, en een biertje na afloop? Maar nee, ook hier is de competitie ingeslopen. Die gravel bike wedstrijden, van soms honderden kilometers, worden onder andere gereden en gepromoot door Laurens ten Dam, ex-wielerprof. Zijn motto: ‘live slow, ride fast’.
Ik vind het goed hoor, ieder zijn liefhebberij tenslotte – een mens zijn lust is een mens zijn leven, maar ik heb afgelopen zomer het licht gezien en een nieuw motto omarmd: live slow, ride slow!
Ik ben geen sporter meer. Eindelijk rust.