Pranzo
Wie fietst moet af en toe wat eten. Maar wat eten we eigenlijk?
In Italië is eten niet echt ingewikkeld, ook niet voor mijn strikt vegetarische reisgenoten.
We beginnen met een ontbijt. Afhankelijk van het onderkomen voor de nacht is het ontbijt uitbundig, karig of afwezig. De afgelopen dagen werden we getrakteerd op de min of meer uitbundige versie. Er is thee of koffie, vruchtensap, yoghurt, brood (Toscaans, dus meestal droog en zoutloos) met hartig en zoet beleg, en er zijn de onvermijdelijke Italiaanse zoetigheden: zoete croissants, cake of crostate, droge cake met een vruchtenvulling. Daar kan een mens prima op fietsen.
Onderweg passeren we meerdere dorpjes. Goed voor een korte koffiestop (voor mij geen koffie, dat heb ik niet nodig, doe mij maar een Lemon Soda) met een zoete dinges erbij. Voor de prijs hoef je het niet te laten.
Onze etappes zijn dusdanig kort dat we rond lunchtijd (pranzo) in onze plaats van bestemming aankomen. Dan hebben we de keuze: gaan we ergens lunchen (een lekker bord pasta bijvoorbeeld) of zoeken we een supermarkt en scharrelen we daar onze middagmaaltijd bij elkaar?
In het laatste geval behouden we ons het recht voor om ‘s avonds ergens wat te gaan eten. Alsnog dat bord pasta bijvoorbeeld, of een heerlijke pizza. In Toscane, en met name rond Siena, heb ik een grote voorkeur voor pici, een soort hele dikke spaghetti, bij voorkeur met ragu of cacio pepe. Smullen. Koud biertje erbij, of een glas wijn.
In Italië uit eten gaan is bovendien nog prima betaalbaar. Zo aten we gisteren met zijn drieën voor 55 euro: voorgerecht, pizza/pasta, nagerecht, water en een karafje wijn.
Vandaag, na een heerlijke lunch met salades en een dik stuk pizza van de Lidl, hadden we onze zinnen gezet op een aangeraden trattoria in de oude binnenstad van Viterbo. Helaas bleek er geen plaats meer te zijn. Toen werd het een prima stuk afhaalpizza met een koude fles bier. Ook goed.
Buon appetito! En morgen weer gezond op de fiets.