Via Francigena 2023: een korte evaluatie
In zes etappes fietsten we van Siena naar Rome. Een paar evaluerende observaties.
De route, de wegen
Het ging op en neer, zes dagen lang, over asfalt, maar ook over grote stukken strade bianche. Op enkele dagen zelfs tot 40% van de route. Onverhard fietsen vergt een grote concentratie. Het kiezen van het juiste spoor, zowel omhoog als naar beneden is zowel fysiek als mentaal vermoeiend. Vooral naar beneden was het soms gevaarlijk.
Dat gezegd hebbende was de route werkelijk schitterend. Het golvende, groene landschap, de rustige wegen, de bloeiende lente, het was een genot. Niet alleen Toscane, maar ook Lazio is een prachtige regio om te fietsen. En de weldadige rust duurde tot midden in Rome.
Ook dit deel van de Via Francigena was trouwens niet goed uitgepijld. Hoe verder we van Siena kwamen, en hoe dichter bij Rome, hoe minder wegwijzers de organisatie had neergezet. Hier ligt nog een mooie taak voor de lokale vrijwilligers.
Zoals gezegd deden we het in zes etappes. De in totaal driehonderd kilometer hadden we ook in vijf etappes kunnen doen. Ook dan hadden we, net als nu, in de middag ruimschoots de gelegenheid om de plaatsen van bestemming te verkennen. En soms, zoals in Bolsena en Viterbo, was dat zeer de moeite waard.
Het weer
We hadden geluk, het was ideaal fietsweer. Tussen de 15 en 20 graden, soms zonnig, meestal half bewolkt. Ook al kan het soms al in mei behoorlijk warm of nat worden in Midden-Italië, het voorjaar is echt de beste tijd om daar te fietsen. Slechts één keer moesten we regenjasjes aan, maar veel stelde het buitje niet voor. Zoals gezegd: we hadden geluk, want met regen over natte onverharde wegen fietsen lijkt me geen pretje. Niet voor mezelf, en niet voor mijn fiets.
De spullen
Hadden we vorig jaar een paar keer panne (een lekke band, een haperende versnelling), deze keer bleven we van pech verschoond. Onze fietsen waren uitstekend geprepareerd, en ook onze fietstassen deden hun werk weer prima. Nadat mijn oude Topeak achtertas (geschoven op een rekje aan de zadelpen van Sil’s fiets) het vorig jaar had begeven, kocht ik voor Sil net zo’n Topeak zadeltas als Gaby heeft. Prima spul.
Wat die tassen betreft was het wel een puzzel wat we wel en niet mee konden nemen. We zouden na onze trip immers nog drie dagen in Rome blijven, en dat vereiste het meenemen van wat extra kleding voor in de stad. Je wil er dan toch een beetje fatsoenlijk bijlopen. Bovendien waren we in tegenstelling tot de vorige hete zomer, niet in de gelegenheid om onderweg een wasje te doen en onze kleren vervolgens te laten drogen in de zon.
Eten, drinken, overnachten
Eten en drinken is nergens een probleem in Italië. Wat dat betreft is het een ideaal land.
Gaby had de overnachtingsplekken uitgezocht, dat vindt ze leuk en kan ze bovendien uitstekend. We sliepen in verschillende typen accommodaties, van sobere hostels tot comfortabele b&b’s. Bijna allemaal prima betaalbaar. Hoogtepunt: een tot hotel omgetoverd oud stadspaleis in Bolsena. In onze stoffige en bezwete wieleroutfit voelden we ons bij aankomst enigszins misplaatst. Totdat we merkten dat het hotel vooral door even bestofte lange-afstands-wandelaars werd bevolkt.
Wat bij het overnachten soms wel wat tegenviel was de kwaliteit van de bedden. Ouderwetse matrassen met een krakende binnenvering (te hard of te zacht) zijn nog heel gebruikelijk in de goedkopere onderkomens. Met mijn fragiele rug was dat niet altijd even comfortabel. Maar goed, een beetje lijden hoort erbij.
Mijn gezelschap
Zoals gezegd, de route ging grotendeels op en neer en de etappes kenden soms een flink aantal hoogtemeters, zo had ik van te voren verkend. Zelf was ik daar nog niet heel erg op voorbereid. De eerste hellingen vielen me dan ook zwaar, maar vanaf dag 2 ging het eigenlijk prima. De klimmetjes beschouwde ik als een nuttige training en de overige kilometers zat ik al meteen in mijn vorig jaar ontwikkelde ‘live slow, ride slow’ modus. Erg prettig.
Ook Gaby en Sil gingen goed omhoog (en weer naar beneden), hetgeen me zowel verbaasde als verheugde. Ik had me van tevoren vooral wat zorgen gemaakt over de conditie van Sil. De paar ‘trainingsritjes’ die we van te voren hadden gemaakt stemden me niet bepaald optimistisch, maar eenmaal op weg, bleek dat ik me voor niets had drukgemaakt. Met zijn lichte lijf en lichte fiets ging het klimmen hem prima af. Petje af.
Die omstandigheid maakten het geheel tot een gezellige trip zonder noemenswaardige woordenwisselingen of frustraties.
Applaus voor onszelf.
Nu nog een volgende meerdaagse trip bedenken. Want we hebben de smaak behoorlijk te pakken gekregen.