Blijven trappen
Erge bergen 117: Colle del Lys
Vrijdag 29 juni. Het miezert. Van dat weer waar je heel nat van wordt. We kijken op de buienradar en zien dat het dertig kilometer verderop droog is, en voorlopig droog lijkt te blijven. We pakken de auto. In Sant‘Ambrogio de Torino is het inderdaad droog. Dampig warm. Doel van de dag: de Colle del Lys, en dan zien we wel verder.
De Colle del Lys betekent in 14 kilometer bijna 1000 hoogtemeter overbruggen. Grote vraag op deze zesde dag: hoe zijn de benen?
De Colle del Lys is zwaar, maar gelukkig in de eerste helft zeer onregelmatig. Ik vind dat prettig, een onregelmatige klim. Dan zijn er stukken om naar uit te zien, stukken waar ik even kan bijkomen van de inspanningen.
Het asfalt is matig, de weg slingert zich naar boven, door dorpen en bossen, met soms fraaie uitzichten naar het oosten. De Colle del Lys is geen spectaculaire, maar wel een mooie en rustige klim. De benen zijn verrassend redelijk, al moet ik daarbij meteen toegeven dat ik vooral mijn kleinste twee versnellingen gebruik en wederom als laatste van onze groep naar boven fiets.
De luchten zijn dreigend, maar in de eerste vijf kilometers is het warm. Ik heb spijt dat ik mijn lange-mouwen-winter-zweethemd heb aangetrokken, want het zweet druipt al snel van mijn voorhoofd en mijn bovenlijf dampt. Ik stroop mijn mouwen op en overweeg zelfs even te stoppen om mijn zweethemd uit te doen. Maar dat doe ik niet, ik trap stug door. Sterker nog, waar ik de afgelopen dagen in de lange klimmen af en toe moest stoppen om even uit te hijgen blijf ik nu gewoon doortrappen. Karakter.
Slechts één keer word ik gedwongen even te stoppen. Een oude groene Fiat Panda passeert me rakelings waardoor ik schrik, naar rechts uitwijk, uit mijn rechterpedaal schiet en meteen stilsta. Ik vloek en bal mijn vuist naar de onhandige bestuurder van de Panda. Ik klik weer in, trap weer door en vergeet het voorval.
Boven op de col is het fris. Ik ben blij dat ik mijn lange-mouwen-winter-zweethemd heb aangetrokken en rol mijn mouwen weer naar beneden.
De luchten zijn dusdanig dreigend dat we besluiten om terug te gaan. Ik kan daar mee leven. Het is wel weer mooi genoeg geweest. Bovendien heb ik al een paar dagen last van een pijnlijk plekje op mijn rechter zitbotje, waardoor ik soms word gedwongen om in een wat rare positie op mijn zadel te zitten.
Voorzichtig dalen we af over het matige asfalt. Gelukkig blijft het nog even droog. Hulde aan de buienradar.