Muren
Mijn lief, Gaby, was een beetje uitgekeken op de muren van onze voorkamer. Er moest een ander kleurtje op, vond ze, en wie ben ik dan om haar tegen te spreken? Sterker nog, het leek me wel een leuk klusje, want ik mag dan niet veel kunnen, een muurtje zorgvuldig en strak in de verf zetten, dat kan ik.
Zo gedacht, zo gedaan, afgelopen vrijdag. Meubels, snuisterijen, lampen en apparatuur uit de weg, lijsten van de muur en aan de slag. Eerst schoonmaken, dan her en der wat afplakken, en daarna de muren twee keer in de verf zetten. Met een platte kwast langs de vele randen en plinten, en vervolgens met de roller voor het grote werk. Na drie uur hard werken was ik klaar en tevreden. En wat belangrijker was: ook Gaby was tevreden.
Ik beschouwde mijn aktiviteiten maar als een goede vervanging voor mijn gebruikelijke vrijdagochtendworkout in het fitnesscentrum. Toch had ik nog wat energie over, althans dat dacht ik, en bovendien had ik zin om even naar buiten te gaan. Ik pakte dus mijn racefiets uit de schuur en ging op pad.
Dat viel niet mee. Er stond een genadeloze westenwind die bijna heel mijn rondje tegen of schuin tegen leek te staan. Een bijna permanente muur van wind. Nu huldig ik weliswaar het principe dat de wind mijn vriend is, want een prima trainingsweerstand, maar deze continue harde koude bries was een beetje teveel van het goede. Ik was niet vooruit te branden en kwam na anderhalf uur stampen, duwen en harken helemaal geradbraakt thuis.
Toen ik zaterdagochtend wakker werd deed heel mijn lijf pijn. Mijn armen, mijn benen, mijn rug en mijn nek. Spierpijn. En ik was zo stijf als een plank. Vooral in de benen en de billen. Toch te hard van stapel gelopen op de fiets?
Van die hypothese werd ik niet vrolijk. Ik heb namelijk nooit last van spierpijn na het fietsen. Maar nu was het al even geleden dat ik op de racefiets had gezeten, en dan word ik ook nog eens een dagje ouder. Kortom, mijn fysieke staat van zijn leidde tot sombere gedachten.
Totdat ik in de middag opeens besefte dat de oorzaak van mijn fysieke ongemak niet zozeer het fietsen tegen de wind was, maar het verven van de muren.