Matige benen, mooie dag
Erge bergen 126: Côte de Montagny
Vandaag was een mooie dag. Drie beklimmingen stonden op het programma, maar daarvan kon de laatste eventueel worden overgeslagen. Waar iedereen maar zin in had.
De eerste klim, de Côte de Montagny, op de laatste afdaling van gisteren omhoog, is tien kilometer lang en 650 hoogtemeters. Daarvan een aantal kilometers vrij vlak. De hele tijd met 7-9% omhoog. Daar zag ik dus een beetje tegenop.
Traag naar boven, in eigen tempo op mijn kleinste twee versnellingen. Matige benen. De anderen verdwijnen al snel uit het zicht. Op het vlakke stuk bereid ik me mentaal voor op de laatste echt steile kilometers, maar die volgen niet. De weg is blijkbaar afgesloten.
Afdalen dan, naar Bozel, en vervolgens de klim naar het einde van het dal van de Doron de Champagny, een volle en woest stromende beek die wordt gevoed door vele indrukwekkende watervallen.
Hoe hoger we komen, hoe mooier het wordt. De steilere stukken voeren slingerend omhoog door een kloof, en dan is het opeens gedaan met de zwaarte van de klim en voert de weg vals plat omhoog tot het einde van het dal naar bijna 1600 meter hoogte. Met uitzicht op een grote waterval en de besneeuwde ruim 3800 meter hoge Grande Motte en Grande Casse.
Ook mooi: er staat een refuge, een berghut annex restaurant waar ze een heerlijke bosbessentaart serveren. En een koude cola. Het leven is mooi.
(60 km, 1388 hm)