Binair landschap
Fietslandschappen 45: Zuidwest-Noord-Brabant
Afgelopen weekend fietste ik op zaterdag van Bergen op Zoom naar Tilburg, en op zondag van Tilburg naar Dordrecht. Het was een hallucinante ervaring. De lelijkheid was soms ongekend, en af en toe was het prachtig. Een binair landschap.
Natuurlijk, niet alleen schoonheid maar ook lelijkheid is in the eye of the beholder en volstrekt subjectief. En het is maar hoe je er naar kijkt, want het half-open zandlandschap van Zuidwest-Noord-Brabant ziet er op het eerste gezicht helemaal niet zo onaantrekkelijk uit. Het agrarische landschap wordt zelfs regelmatig afgewisseld door kleinere of grotere plukken bos of nieuwe natuur.
Maar wie beter kijkt, en de neus openhoudt, wordt geconfronteerd met een treurig landschap dat wordt gedomineerd door de intensieve veehouderij. Varkenshouderijen, zelfs wat pluimveebedrijven, en veel maïs. Heel veel maïs, dat in deze tijd van het jaar al dusdanig hoog staat dat het het uitzicht belemmert. En alleen in de bossen ruikt het fris.
Ook overwegend lelijk: de bebouwing. De boerderijen en woningen buiten en in de dorpen hebben ofwel een armoedige, ofwel een protserige uitstraling. Mooie historische of moderne bebouwing is zeldzaam. En vele woningen hebben de rolluiken gesloten. Het maakt de dorpen gesloten, doods en sinister.
De dichotomie in het landschap werd zondagochtend tot in het extreme doorgevoerd: van de grauwe Vinexwijk Reeshof reden we achtereenvolgens langs grote distributiedozen, door de prachtige Loonse en Drunense Duinen, direct daarna langs de Efteling, vervolgens weer langs eindeloze maïs- en aardappelakkers en geleidelijk naar het aangename rivierenlandschap van de Bergse Maas en de Merwede.
Je kunt er dus wel degelijk bijzonder aardig fietsen, in Zuidwest-Noord-Brabant. De wegen zijn er rustig, de bossen zijn letterlijk en figuurlijk een verademing, en iedereen zegt je gedag. Kom daar eens om in de Randstad.