Het ziekenhuis als parallel universum
(Dit is een minieme bewerking van een draadje dat ik afgelopen zaterdagavond op X/Twitter tikte.)
(1) Ik lig inmiddels al zes dagen in het ziekenhuis. De redenen daarvoor zijn vrij desastreus maar hier even niet relevant. Hier een draadje over het reilen en zeilen in het Haga-Ziekenhuis, voor zover ik dat ervaar en observeer. Dit soms geplaatst in een bredere, maatschappelijke context.
In het ziekenhuis betreed je een geheel andere wereld, een parallel universum. Ten eerste wordt een gezonde, fitte, welgestelde witte man, zoals ik, volledig uit zijn eigen gezonde, fitte en welgestelde bubbel getrokken. Want in het ziekenhuis kom je iedereen tegen.
Nou ja, iedereen, vooral het krakkemikkige deel van de samenleving, en dat zijn vooral veel mensen aan de onderkant van de sociaaleconomische ladder. Die leven gemiddeld ongezonder, grotendeels buiten hun schuld, en hebben een veel kortere levensverwachting en gezonde levensverwachting dan mensen zoals ik. Daar zijn boeken en rapporten over volgeschreven, er zijn zeker delen van oplossingen, maar het beleid faalt hier nog steeds. Dit wil ik hier even buiten beschouwing laten.
(2) Want dat parallelle universum van het ziekenhuis heeft ook een andere interessante component. In de gezondheidszorg is de werkdruk en het personeelstekort groot. (Eveneens een aspect van politiek en governance falen op allerlei niveaus, maar dit even terzijde.) Fascinerend is het vooral om te zien dat ondanks die hoge werkdruk het personeel, van de huisarts, tot de ambulancemedewerkers, de zaalartsen, de specialisten, de verpleegkundigen, de ondersteuners van de ‘catering’ en de schoonmaak, de tijd voor je neemt.
Als patiënt word je gehoord en gezien. Ze zien jouw shit, in mijn geval fikse shit, en hebben daar belangstelling voor. Het straalt niet alleen een enorme empathie uit, maar ook, en hier komt het: het ziekenhuis is een oase van wellevendheid.
Het is een wellevendheid, een welgemanierdheid en vriendelijkheid die uit het rauwe stedelijke leven, op straat, onderweg in de spits, soms volledig verdwenen lijkt. Daar regeert de horkerigheid en de ‘iktatuur’. Maar hier in het ziekenhuis is men vriendelijk en belangstellend, en bij mijn vragen naar hun ervaringen in de zorg en met hun werk volgt een goed en open gesprek. Het is werkelijk een verademing.
Kortom, het bestaat nog wel, zelfs onder hoge (werk)druk, en dat geeft hoop. Maar misschien – en ik denk dat dat zo is – zijn de mensen die in de zorg werken gemiddeld veel empatischer, zorgzamer en liever dan de gemiddelde Nederlander. Dat is treurig.
(3) Nog een paar laatste observaties: 1) de frustratie en zorgen onder zorgmedewerkers over de huidige staat van het systeem is groot. Maar ze hebben geen tijd voor het Malieveld. 2) hier in het ziekenhuis is de professionaliteit op alle niveaus groot, het loopt hier (althans op de drie afdelingen waar ik heb verbleven en voor zover ik dat kan overzien) als een trein en de afstemming is goed. 3) Toch is er wat die afstemming betreft nog een klein verbaaspuntje. Want waarom krijg ik bijvoorbeeld bij mijn brood (ontbijt-lunch) echte boter in plaats van onverzadigd vette margarine? Het eten hier is prima in orde en de keuze is reuze, maar dat kan best nog een tikje gezonder en afgestemd op de problematiek van de afdeling. 4) Een laatste observatie: in een ziekenhuis wordt veel plastic gebruikt, als verpakkingsmateriaal voor van alles, van het eten tot medisch materiaal. Logisch vanuit gezondheidsveiligheidsperspectief, maar na gebruik lijkt alles te verdwijnen in een grote restafvalbak. Dat kan nog wel wat duurzamer, denk ik.
(4) Maar verder: hele grote hulde! Diep respect en veel dank aan al het personeel van het Haga-Ziekenhuis. En ja ik weet het: n=1 hier.
Inmiddels ben ik weer thuis. Over mijn eigen ziekte en het verloop daarvan volgen uiteraard nog meer blogs op deze website.