Fietslandschappen 16: Italiaanse Alpen (Val Martello, far from the madding crowd)
Wie ooit over de Passo dello Stelvio is gereden, weet: daar is het druk. Op de iconische, haarspeldrijke beklimming wordt de fietser geconfronteerd met horden motorrijders en eindeloze aantallen auto’s. Een gekkenhuis. Daarom kiezen we vandaag het dal ernaast: Val Martello.
Een doodlopend dal, aan de zuidkant van de Adige, eindigend bij het Ortler-massief, in het Parco Nazionale dello Stelvio. Vanuit het dorpje Goldrain, dat op 650 meter hoogte ligt, voert de weg 22 kilometer berginwaarts naar 2068 meter.
Na een aanloopje van een paar kilometer gaat het meteen kilometers lang stevig omhoog, met 9-10%. Ik zoek vergeefs naar een ritme. Willem, mijn metgezel van de dag, die even was gestopt voor een sanitaire onderbreking, haalt me op het steile stuk weer in. Even rijden we samen door de haarspeldenpassage met een fraai uitzicht over het dal van de Adige, en dan zeg ik ‘Ga maar, ik zie je boven wel’. Willem, zeven jaar jonger, tien kilo lichter, rijdt van me weg.
De weg loopt parallel aan de kronkelende en snelstromende beek. Het dal is groen en vruchtbaar, het uitzicht op de woeste Ortler is imposant, al hangen er wat witte en grijze wolken voor. De klim is onregelmatig en zwaar, maar het landschap is prachtig en er passeert slechts een enkele auto. Een ongekende rust valt over me heen. De beek ruist, vogels fluiten en af en toe hoor ik een fietser hijgen. Hé, dat ben ik.
Op 1600 meter hoogte rijd ik langs een aardbeienkwekerij. Huh? Dan een bordje: 13%! Een haarspeldenpassage van zes bochten. Aan het eind van het steile stuk kom ik bij een vaalgroen stuwmeer. Even later opnieuw een serie bochten. Nu zijn het er acht en ook hier kronkelt de weg met 13-14% steil omhoog.
Dan is het voorbij en zie ik Willem staan, bij een kiosk aan het eind van de verharde weg. Dorst heb ik, zin in een blikje cola. En hé, wat zie ik daar? Ze verkopen hier niet alleen souvenirs, maar ook Bratwurst op een broodje! Laat dat nou precies zijn waar ik trek in heb.
Als we op het overdekte terrasje onze Bratwurst zitten te eten, begint het te regenen en wordt het koud en grijs. We gaan terug. Pas na een kilometer of acht afdalen stopt de regen en breekt de zon zelfs door. Ik krijg het weer een beetje warm.
Val Martello was de mooiste klim van dit jaar. En de Stelvio? Die leek heel ver weg.