Erge bergen 25 & 26: Lüsenberg – Würzjoch
Er zijn van die dagen die je niet gauw meer vergeet. En die je niet graag over zou willen doen. De vierde dag van onze week in de Dolomieten was zo’n dag.
Een rondje over de Würzjoch (Passo delle Erbe), dat is het plan. Eén pas, 85 kilometer fietsen, dat is te overzien. Maar het is warm, heel warm. Op de eerste lange klim van de ochtend gutst het zweet al hevig van mijn gezicht.
Welke route we hadden moeten nemen, ik heb nog steeds geen idee, maar ergens na het dorpje Mühlbach gaat het verkeerd. “Naar links!”, luidt opeens het commando. Daar worden we na een paar kilometer in een bos geconfronteerd met een weg die steeds steiler omhoog gaat: 12%, 14%, 16%. Aan het eind van die weg staan een paar huizen en gaat het onverhard verder door het bos. Twijfel. Toch rijden we verder. Hemelsbreed is de juiste verharde weg immers maar twee kilometer van ons vandaan. Maar dat is theorie, want hoe komen we daar? Daar ligt een kloof tussen, zo lijkt het.
De onverharde weg door het bos loopt dood. Rolf en Kor nemen de fiets op de schouders en gaan lopend verder naar beneden. Ik wacht op de anderen. Als we weer compleet zijn, komt Kor teruggelopen. Rolf – de routemanager – is verder gelopen. Er wordt wat gelachen, er wordt wat gevloekt. Wat nu?
We rijden terug, over het bospad en over de steile weg, naar de afslag. Dorst hebben we, en honger. We nemen de afdaling naar Rodeneck (Rodengo). Een terrasje. Een paar grote cola’s en een suf broodje kaas.
Aan de overkant van de weg hangt een duidelijke kaart. We hebben twee opties: doorrijden naar Brixen (Bressanone) en van daaruit de pas nemen, of een kortere doorsteek over de Lüsenberg (Alpe di Rodengo, 1726m, ruim 800 hm). Die afslag zijn we enkele uren eerder voorbijgereden. We kiezen voor de tweede optie.
Het is dertig graden en de Lüsenberg is steil. Met 10-13% gaat het omhoog. De weg over de Lüsenberg staat niet op mijn Michelinkaart, de klim wordt nergens vermeld. Geen enkele wielersite rept over de Lüsenberg. Nergens een hoogteprofiel beschikbaar. Een onbekende. Maar hij is verschrikkelijk. En bijna constant door een bos. Dat betekent weliswaar veel schaduw, maar geen enkel afleidend uitzicht.
Ook de afdaling is een hel. Een smalle weg over slecht asfalt, onoverzichtelijk en steil, wegwerkzaamheden, boeren die aan het maaien zijn, een vrachtwagen die de weg blokkeert. Als ik – als laatste – in het dorpje Lüsen (Luzon) aankom, zit ik er helemaal doorheen. De anderen (minus Rolf, die is foetsie) zitten op een terras. Een grote cola wil ik. Een goulashsoepje ernaast. Brood erbij. En wat worst en kaas. Ik heb honger maar geen trek. Ik zit helemaal dicht. Ik dwing de soep en het brood naar binnen. Te moe om te eten. Als ik mijn ogen dicht zou doen, zou ik meteen in slaap vallen.
Na een uurtje gaan we verder. De Würzjoch, daar moeten we namelijk ook nog overheen. Meer dan 1000 hoogtemeters. Vanaf Lüsen loopt er een smalle weg door het dal van een snelstromende beek. Het is een veredeld fietspad, met nauwelijks enig verkeer. Ik rijd al gauw weer alleen en worstel mezelf naar boven. Ook hier is het steil, met bijna continu 10-11%. Af en toe een vlakker stukje van 4-5%, af en toe 13-14%. Ik stop een paar keer om te drinken en mijn rug te strekken. Het is een eindeloze marteling, al is het uitzicht op de puntige Dolomietentoppen geweldig.
Dan sluit de smalle weg aan op de hoofdweg van de pas. Die gaat verder met 5-6% omhoog, en dat kan ik. Ik ben zelfs in staat op te schakelen. Waar ik dat vermogen vandaan haal is een raadsel. Vijf kilometer verder, op de pas (op 1987m), liggen de anderen in de zon in het gras. Rolf is er ook. Die is er al een paar uur.
Ik ben helemaal dood en we moeten nog minstens 25 kilometer. De eerste kilometers van de afdaling zijn verschrikkelijk. Wegwerkzaamheden hebben een dikke laag gruis, gravel en grind achtergelaten op het wegdek. Bovendien gaat het met 10-11% naar beneden. Remmen moet bijna permanent maar is ook gevaarlijk. Als ik het harde asfalt bereik haal ik opgelucht adem. Ook dit weer overleefd. Verder afdalen, dan weer een stuk klimmen, totdat we na een ziedende afdaling de hoofdweg naar Bruneck bereiken.
Het is inmiddels al ver na zessen, en het is rustig op de weg. Dat is mooi want de weg voert door een paar lange tunnels. Voor de zekerheid zet ik mijn achterlichtje aan. We razen met ruim 50 km/u door de tunnels. Het laatste stukje binnendoor en dan zijn we bij ons huis. Er staat 103 kilometer op de teller, Strava geeft ruim 4600 hoogtemeters aan, maar die overdrijft wel vaker. Het voelt in elk geval als heel veel.
Cola wil ik. En chips. En bier. Veel bier.
Zelden zo afgezien.
****
Naschrift: de Lüsenberg/Lüsenpass staat ook bekend onder de naam Rodenecker Alm / Alpe di Rodengo.