Erge bergen 21: Staller Sattel
Ik ging een week fietsen in de Dolomieten. Met negen mannen waren we. Standplaats Bruneck (Brunico). Bruneck ligt in Alto Adige, ook wel Süd-Tirol genoemd. Een prachtige streek waarin het evenwel niet duidelijk is wat de voertaal is, Duits of Italiaans. Men lijkt er een dialect van het Duits te spreken, maar het is ondoorgrondelijk. Alle namen van de dorpen zijn tweetalig, alle wegwijzers ook. In de winkels en restaurants word je vooral in het Duits aangesproken. Handig.
De eerste dag van de week zouden we rustig beginnen. Met Staller Sattel (Passo Stalle). Staller Sattel is een kleine bergpas op de grens van Italië en Oostenrijk. Vanaf Rasun (1016 m), gelegen aan de hoofdweg die Bruneck met Toblach verbindt, is het 23 kilometer tot de pas, die op 2052 meter hoogte ligt. De klim begint rustig, over een brede weg. Na een kilometer of tien gaat het gestaag wat steiler omhoog (met 7-8%) en na 16 kilometer passeer ik op 1650 meter hoogte een prachtig meertje. Even een stukje vlak. Even wat drinken. Het water van het meer is blauwgroen. Bussen, wandelaars.
Het venijn van de klim zit hem in de staart. De laatste vier kilometer gaan met zo’n 10 procent omhoog. Bovendien is de weg er zo smal dat auto’s er maar van één kant tegelijk op (en af) mogen rijden. Het geheel wordt er met verkeerslichten geregeld.
De verkeerslichten worden door ons genegeerd. Dat leidt er toe dat halverwege het laatste stuk klimmen me een kleine stoet auto’s, campers en motoren tegemoet komt. Precies bij een tunneltje. Voor de veiligheid stop ik even en laat de karavaan langs me heen razen. Even wat drinken.
Het laatste stukje van de klim is prachtig, met een paar fraaie haarspeldbochten. Op de pas ligt de grens met Oostenrijk. Het uitzicht is er fenomenaal. We zouden verder kunnen rijden, Oostenrijk in, het is aanlokkelijk, maar we gaan terug.
In de afdaling over het smalle steile stuk hang ik constant in mijn remmen. In combinatie met de frisse wind krijg ik er gevoelloze vingers van. Ook nu komen mij motoren en auto’s tegemoet. Gevaarlijk. De afdaling na het meertje is een stuk relaxter, op de minder steile, brede weg kan ik mijn fiets gewoon laten gaan. De weg is rustig en overzichtelijk, al is het asfalt niet altijd even denderend. Gaten, scheuren, hobbels. Ik ben geen held in de afdaling, integendeel, ik ben een angsthaas, maar bereik wel een topsnelheid van 78 km/u. Dat gebeurt me niet vaak.
Dan zijn we weer in Rasun en rijden rustig over het fietspad naar Bruneck terug.
Naschrift: De beklimming van Staller Sattel werd eenmaal in de Giro d’Italia opgenomen. Claudio Chiappucci kwam in 1994 in de 14e etappe als eerste boven. Maar toen kwamen ze van de andere kant. Marco Pantani won die etappe.