In een goede bui
Erge bergen 104: Sella Carnizza
Woensdag 29 juni. De weersvoorspellingen beloven weinig goeds. En als we naar buiten kijken zien we dat het regent. Wat gaan we doen? We kijken op de buienradar en zien dat het droog wordt. We gaan fietsen.
Daartoe pakken we de auto en rijden met zijn vieren naar Bovec. We parkeren de auto bij een fort een paar kilometer buiten Bovec en fietsen weg. Doel: de Sella Carnizza. De Sella Carnizza is een klim die speciaal is gemaakt voor mij. Vanaf Žaga zestien kilometer, 750 hoogtemeters en nergens wordt het steil.
De weg is rustig, en vanaf de afslag bij Žaga wordt die nog rustiger. Maar ook nat, want het begint te regenen, eerst zachtjes maar dan steeds harder. Gelukkig is het niet koud, maar dat maakt het regenjasjesdilemma (aan of niet?) alleen meer groter. Totdat het geen dilemma meer is als de regen in grote stromen naar beneden begint te gutsen. In de haast vergeet ik mijn overschoenen aan te trekken.
De weg voert omhoog over iets dat op de grens met Italië op een pas lijkt, want de weg gaat vervolgens naar beneden, maar het niet is, aangezien de afdaling een tijdelijke is. Gewoon verder klimmen.
Bij de afslag naar Sella Carnizza is het weer droog, dus ik doe mijn regenjasje weer uit. Maar niet voor lang, want een minuut of tien later komt de regen weer met bakken uit de hemel. Regenjasje weer aan.
De weg is smal, het asfalt is strak, maar bezaaid met blaadjes, beukenootjes en scherpe steentjes die van de kalkstenen rotsen naar beneden zijn gespoeld. De weg stijgt zeer geleidelijk, met 4-6%, door een bos, met af en toe een prachtig doorkijkje op de groene omgeving. Ondanks de neergutsende regen maal ik heerlijk omhoog. Mijn twee kleinste versnellingen hoef ik niet aan te spreken. Binnen een paar minuten ben ik helemaal doorweekt. Regenwater spoelt in grote hoeveelheden over het wegdek en door het gootje langs de weg.
Er komt een motorrijder voorbij. Ik groet hem. Even later komt hij me weer tegemoet. Huh? Iets verderop blijkt waarom: de weg is afgesloten met een hek. We wringen ons er langs en fietsen verder. Maar de pret duurt niet lang, want even later, anderhalve kilometer voor de top, kunnen we niet meer verder. De weg is opgebroken en wegwerkers houden ons tegen. Dat is nou jammer.
We fietsen terug, voorzichtig afdalend over de natte, smalle, kronkelige weg. Als we na acht kilometer weer op de hoofdweg aankomen hebben we het koud. Gelukkig mogen we hier weer even klimmen. Opnieuw begint het te gieten. Ik ben zelden zo nat geworden op de fiets. Maar de grijns is niet van mijn gezicht te spoelen, want de route is prachtig en de benen zijn goed. En regen, ach, wie heeft er nou last van regen?
Bij de oude grenskantoortjes is een overkapping. Toch maar even schuilen. Wachten tot de regen wat minder wordt, want afdalen in een dergelijke hoosbui is niet echt aangenaam. Na tien minuten lijkt het wat op te klaren en we stappen weer op. In de afdaling wordt het droog en in Bovec schijnt zelfs de zon. Op een terrasje eten en drinken we wat en we hangen onze natte jasjes te drogen over onze fietsen. Dan fietsen we weer terug naar de auto.
Dit was een topdag.
Hey Frank, eigenlijk een prachtige fietsdag! Was een leuke week.